Onderweg

Hoe is het om als kind in een opvangcentrum te leven? Wat doe je in je vrije tijd? Hoe voel je je op school? Wat zou je anders willen doen? Die vragen staan centraal in 'Onderweg', het belevingsonderzoek waarover deze website rapporteert. Wil je een brede inkijk in de de leefwereld van kinderen op de vlucht? Start dan de reis langs hun verhalen. Zoek je inspiratie of wil je meer weten over het onderzoek? Ga dan naar het menu.

 

Start je reis

'Ik ben van Libië, van mijn land, naar Tunesië gegaan. We hebben een paspoort gevraagd. Mijn papa heeft een miljoen dollars gegeven. Maar we mogen niet gaan. We mochten de paspoort niet hebben. Toen is mijn papa naar Tripoli geweest. We hebben toen wel een paspoort gekregen.'

Aankomen

Bij aankomst in België komen kinderen op de vlucht in een complexe legale procedure terecht. Soms verblijven ze een maand in een opvangcentrum, soms wonen ze er meer dan een jaar. Hun toekomst is onvoorspelbaar.

'Assistent! Assistent!

Wat gaan we doen?

Activiteit?

Wanneer kom jij terug?'

Assistent, Assistent! Juf, Juf!

Kinderen op de vlucht komen in contact met verschillende volwassenen. Ze hechten zich aan de leraren en aan de begeleiders van het opvangcentrum.

Spelen

Kinderen spelen overal ter wereld. In spel kunnen verschillende leeftijden en culturen elkaar ontmoeten. Ook in een opvangcentrum neemt spelen een belangrijke plaats in.

Vrienden

Kiumé en Romi zijn vrienden. Vrienden spelen een grote rol in het leven van kinderen. Ook in het leven van kinderen op de vlucht.

Naar school

Zodra kinderen op de vlucht aankomen in een opvangcentrum, worden ze ingeschreven in een school. School is een van de ankerpunten in hun leven.

'En hebben jullie ook regels op school?'

'Ja'

'Welke?'

'Regel een: je moet altijd samenspelen. Regel twee: als je niet flink mee turnen,  krijg je geen ijsje meer. Regel drie: je moet elke dag niet slagen, of duwen of sjotten.'

Naar buiten

Deelname aan het vrijetijdsaanbod is een belangrijke uitlaatklep voor kinderen. Dat aanbod vervult ook een sociale functie. Het kan kinderen en gemeenschappen met elkaar verbinden.

Maysa, een portret

Naast de school is de vrije tijd een ankerpunt in het leven van kinderen op de vlucht. Bij het georganiseerde aanbod ervaren zij vaak drempels. Maysa gaat niet zo graag naar school. Ze wil wel graag naar de muziekschool en ze wil ooit meedoen aan The Voice.

Salem, een portret

Salem gaat graag naar school. In zijn vrije tijd is hij is een fervent voetballer. Voetballen stelt hem in staat alles even te vergeten.

Ik praat Nederlands in de school en in de centrum. Portugees praat ik met mama en met mijn twee broers.

De toren van Babel

Kinderen op de vlucht zijn meertalig. Ze spreken hun moedertaal en vaak ook plaatselijke varianten en talen die ze onderweg hebben opgepikt. In België leren ze vliegensvlug Nederlands.

Conflicten

Kinderen op de vlucht leven in opvangcentra dicht op elkaar. Dat leidt soms tot conflicten. Soms hebben ze volwassenen nodig om te bemiddelen, soms vinden ze zelf oplossingen.

Ik wil alleen een plaats, een plaats voor mij, waar niemand mij …, alleen mijn vriendinnetjes wil ik mee... Naast het centrum ... daar is een voetbalveld. Soms ga ik met mijn vrienden en vriendinnen. Dan gaan we daar voetballen, ijsjes eten enzo.

Ruimte

Kinderen op de vlucht hebben weinig ruimte voor zichzelf. In het opvangcentrum delen ze leefruimtes met andere bewoners. Op school volgens ze les in een reguliere klas en meestal ook in een onthaalklas. Ze genieten van leer- en spelprikkels, maar hebben ook ruimte nodig om te ontprikkelen.

De 100 talen van kinderen

Kinderen op de vlucht zijn kinderen als andere kinderen. Maar ze leven in bijzondere omstandigheden. Ze hebben 100 talen om zich uit te drukken. Daar hebben ze niet altijds woorden voor nodig.