Manifesto

Kinderen op de vlucht zijn kinderen als andere kinderen.

Met dromen, verlangens en ambities.

Met een verleden, een heden en een toekomst.

Met rechten.

 

Kinderen op de vlucht zijn onderweg.

Met anderen, alleen, wachtend op iemand.

Met talen en gewoontes.

Met herinneringen aan plekken en mensen.

 

Kinderen op de vlucht zijn kinderen als andere kinderen.

Maar ze leven in bijzondere omstandigheden.

 

Als kinderen in bijzondere omstandigheden leven.

Als ze aankomen, wachten en vaak weer vertrekken.

Welke invloed heeft dat op de invulling van hun rechten?

Wij zijn twee onderzoekers en pedagogen.                                                                                       

We gingen een tijdlang met 34 kinderen op de vlucht op pad.

We tekenden, bouwden, speelden en verkenden de omgeving.

We interviewden.

We documenteerden.

We vroegen de kinderen hoe ze hun schooltijd beleefden.                                                                                 

We vroegen de kinderen hoe ze hun vrije tijd beleefden.                                                                                     

We vroegen wat ze wensten.

We zagen spitsvondigheid en gebrek aan privileges.

We zagen kwetsbaarheid en veerkracht.

We zagen leergierigheid en vervreemding.

We zagen vragen en tegenspraak.

We zagen noden en mogelijke oplossingen.

Vaak oplossingen die zij zelf vonden.

We bouwden een virtuele ruimte om hun ervaringen te bestendigen.

Een ruimte voor mensen die met deze kinderen werken.

Een ruimte met verhalen.

Een ruimte met reflecties.

Een ruimte met een praktijkbibliotheek.